RudicArt
Zwarte zwaan
Uit het niets verstoort een beeld mijn slaap,
Het dringt zich op aan mijn ogen.
Een droom, woelend in mijn geest,
Vol verwarring, in een vloed van grauwe tinten.
Langzaam als een donkere wolk,
Daalt een zwaan over mij neer.
Het benauwt mij, hij overschaduwt mijn hart,
Met zijn zwarte mantel.
Ik huiver, rusteloos keer ik om,
Mijn lichaam zweet, het duister kleeft.
Ik zoek vruchteloos naar iets,
Wanneer hij zich neer vleit, heel dichtbij.
Hij legt zijn bek in mijn hals en grijnst,
Jij bent alleen en weerloos vannacht.
Mijn stem verstomt en radeloos,
Ontwijkt mijn blik het kille wezen.
"Engel die mij bewaard, waar ben je,
Ben ik je kwijt of hoor je mijn roep.
Bevrijd me van deze nare droom,
Verlos me van hem, de zwarte zwaan".
...
"Mijn lieve kind, waar ben je in verzeild geraakt,
Ik zie wat jou verstoort.
Vecht, vlucht noch ontken, want jou wordt nu gegeven,
Wat je nodig hebt om te groeien".
"Kijk naar de zwaan en omarm hem,
Hij is het zelf die jou naar je verlossing leidt.
Neem hem in je op, zo kom je dankzij hem in vrede,
En komt hij nooit meer weer".
"Liefde van mijn dromen, ik waak over jou,
Leef in blijdschap en vertrouwen.
Ik sta altijd naast jou en roep je wel bij dageraad,
Wanneer je reis voorbij zal zijn".