top of page

Jezelf blijven

 

Soms volhard je in iets waarvan anderen zeggen; ‘waar zit zijn verstand, dat hij daar niet van afstapt? Dat is toch te gek om los te lopen’. Je luistert niet en je doet voort. Tegen beter weten in. Los van alle varianten van inmenging. Automatisch gehoor gevend aan een innerlijke keuze of overtuiging. In ieder geval iets wat je er toe drijft helemaal af te ronden vanaf het moment dat je ermee begonnen bent. Je gevoel vertelt je dat je goed zit terwijl je geen seconde op het idee komt om er over na te denken. Raar is dat.

 

Zoals die keer een heer met zijn auto. Hij reed met een lekke band door de straat. Wat hij mogelijk niet wist. Of wist hij het wel en deed hij alsof hij het niet wist? En kon het hem bijgevolg geen barst schelen wat de anderen er over dachten? Het ging als volgt...

 

Er kwam een auto aan gereden, netjes aan de kant. Traag. Naast het gezoem van de motor kon je iets horen flapperen. Een wat zeldzaam en vreemdsoortig geluid waar een repetitieve slag in te herkennen viel. Je zag meteen de lekke voorband. Als een halfvolle zak slingerde het rubber noodgedwongen met de velg mee. De chauffeur, een wat kalende oude heer, dacht er blijkbaar niet aan te stoppen om er iets aan te doen. Ik rij door, dat was zijn gedacht. Met witgeperste knuisten aan het stuur en met vastberaden blik vervolgde hij zijn weg. Hij wist het dus duidelijk wel. Thuis is niet ver meer af, moet hij geweten hebben. Zijn echtgenote naast hem keek haar man aan met een door angst verwrongen blik. Haar mollige handjes hielden haar handtas stevig beet. Zo had ze een goed houvast. Een benauwend ongemak had haar helemaal overmand. Je kon zo zien dat ze niet begreep wat er fout liep. Dat schommelen en dat lawaai! Ze begreep er niets van. Van techniek en nog minder van het falen ervan, wist ze blijkbaar geen sikkepit af. Voor haar was het randje zwarte magie. 

 

Hij, de man, reed vastberaden door. Verstard als hij was in zijn doen en laten. Hij keek zelfs niet naar de auto’s die hen voorbij staken. Voor die chauffeurs ging het duidelijk te traag. Ze keken indringend naar hem en dachten dat hij ietwat gek moest zijn. Of ze toeterden herhaalde malen waarbij ze heftig gebaarden dat er wat aan de hand was. Ze wezen met de vinger priemend naar de leeggelopen band terwijl hun mond een verontwaardigde trek vertoonde. Merkt hij dat nu niet? Maar wie zich daar niets van aantrok was hij, de kalende man, die vond dat hij het gelijk aan zijn kant had. Hij wist wat hij deed. Volledig in zichzelf gekeerd keek hij maar één richting uit. Door de voorruit. En zo verdween hij uiteindelijk schommelend om de hoek. 

 

Die chauffeur verdiende van mij een pluim. Ook wel omdat hij netjes aan de kant reed maar vooral omdat hij zich door niemand liet intimideren. En al stond hij misschien voor gek, hij had een goed onderbouwde reden om door te gaan met wat hij bezig was. Zonder concessies te doen. Of had hij helemaal geen reden die voor de hand lag? Hoe het ook zij, het was worst voor hem. En bovenal, wat maakte het uit. Hij bleef bij wat hij deed, hij bleef bij zichzelf. Proficiat kalende man, een klop op je schouder! Zo kon hij vanuit zijn gevoel het thema dat aan de orde was volledig uitwerken zonder een zicht hoeven te hebben op de uitkomst ervan. Iets doorleven als het ware van voor tot achter. Voltooien tot op de laatste hap. Doorproeven op iets wat een mens zo zelden overkomt. Zo van, eindelijk, nu heb ik het voor! Het is nu of nooit! En ik ga er voor!

 

<<<

bottom of page